kloosterhein stufkensklooster in frankrijk

verhalen van de Rabbi

In gesprek met Hein Stufkens
Eind oktober werd in de Abdij van Berne het boek ‘Verhalen van de rabbi’ van de bekende filosoof Hein Stufkens gepresenteerd. In dit boek worden wonderbaarlijke gebeurtenissen uit het leven van Jezus op een prachtige manier herverteld door Stufkens.


 la cordelle op twitter bezoek de facebookpagina van La Cordelle

Columns van Hein Stufkens 2018

Wat wil er in ons geboren worden?

Nu het weer kersttijd is komen in mij die woorden van mystici als Angelus Silezius en Meester Eckhart boven, die zeiden dat het erom gaat dat Christus in ons eigen hart geboren wordt, en dat anders dat verhaal van tweeduizend jaar geleden niet veel betekent. En dat brengt me dan weer bij deze tekst uit het Thomas-evangelie (logion 70):
Als gij voortbrengt wat in u is, zal dat wat gij voortbrengt u redden; als gij niet voortbrengt wat in u is zal dat wat gij niet voortbrengt u vernietigen.

Al minstens vijfentwintig jaar staat deze tekst uit het evangelie van Thomas op mijn werkkamer, in prachtig gekalligrafeerde letters. Op de achterzijde een mededeling van de vrouw die dit kunstwerkje voor mij maakte: ‘Hopelijk inspireert deze spreuk jou tot het schrijven van nog heel veel boeken.’
Dat laatste is zéker gebeurd. Ook nu ik éénenzeventig ben geworden wil het maar niet ophouden, want in oktober verscheen mijn nieuwste boek ‘Verhalen van de rabbi’. Dat schreef ik in het voorbije jaar, opnieuw dankzij een blijkbaar onophoudelijke drang om naar buiten te brengen wat in mij is. En eind februari volgt dan het nieuwe boek ‘Eten met geweten’, waarin luchtige informatie over de filosofie van het vegetarisme gepaard gaat aan heerlijke recepten. Een mooie gelegenheid om mijn levenslange bekommernis om het dierenleed naar buiten te brengen…

De tekst over dat voortbrengen wat in je is staat in het mij zeer dierbare Thomas-evangelie. Dat bevat een prachtige authentieke verzameling van uitspraken van Jezus, en is helaas niet in de bijbel opgenomen. De vrouw die me deze tekst gaf heeft gelukkig voor de eenvoudigste vertaling gekozen, want er zijn ook vertalingen die de zaak nodeloos ingewikkeld maken. Waar het op neerkomt is dat Jezus ons in deze tekst aanspoort om dat wat in ons is voort te brengen.
En dat aansporen is nog zacht uitgedrukt. Want Jezus zegt er onheilspellend bij: als je aan deze oproep geen gehoor geeft wordt dat je dood! De noodzaak om naar buiten te brengen wat in je is kan ook op een dieper niveau worden verstaan dan enkel als een aansporing om je licht niet onder de korenmaat te zetten en je talenten te gebruiken, namelijk: als een aansporing om zelfkennis te betrachten.
Jezus getuigt hier van een psychologisch inzicht dat in de wetenschap pas in de negentiende en twintigste eeuw, met Freud en Jung, is doorgebroken. Die spraken over het verschijnsel van de verdringing van onbewuste inhouden van onze psyche, en over de noodzaak om die onbewuste inhouden bewust te maken.
Als ik bij voorbeeld een man ben sta ik, volgens Jung, voor de opgave om mijn verdrongen vrouwelijke kant, mijn anima, te integreren. En als ik een vrouw ben moet ik datzelfde doen met mijn mannelijke kant, mijn animus. Maar in ieder van ons zijn ook nog veel andere onbewuste inhouden aanwezig, kanten van onszelf waar we bang voor zijn of die voor onszelf en onze omgeving onacceptabel zijn. Allerlei driften behoren hiertoe, verborgen verlangens, oude trauma’s, en in het algemeen ook het kwaad. Jung vatte dat samen in het archetype van ‘de schaduw’.
Als ik ophoud mijn verdrongen kanten op andere mensen te projecteren, als ik ga zien dat alles wat ik anderen verwijt of van anderen eis naar mijzelf terugverwijst, dan kan datgene wat in mij is aan het licht komen. Als ik dat niet doe dan zullen die verdrongen stukken van mijzelf een eigen leven gaan leiden. Dan zullen niet alleen mijn relaties met anderen voortdurend onder spanning staan en vertroebeld worden, maar dan zal ik ook allerlei vormen van neurotisch gedrag ontwikkelen en bovendien allerlei lichamelijke klachten en kwalen krijgen.
Je bezig houden met zelfkennis is voor mijn psychisch evenwicht, voor mijn lichamelijke gezondheid en voor het ontwikkelen en in stand houden van zinvolle en liefdevolle relaties met anderen een noodzaak. Alleen door te werken aan mijn ‘individuatie’ word ik letterlijk een ‘individu’, een ‘onverdeeld’ mens, een heel mens. Als je ‘een’ geworden bent, zegt Jezus elders in datzelfde evangelie van Thomas (logion 49), dan vind je het Koninkrijk Gods.

Dit werken aan zelfkennis heeft dus ook nog een diepere laag dan de psychologische. Het is spiritueel werk.
Jung noemde ‘het Zelf’ het oerbeeld van het goddelijke in ons. De Christus, zegt hij, is voor dat ‘Zelf’ een krachtig symbool, maar ook bij voorbeeld de Boeddha, of geometrische figuren zoals het kruis in de cirkel – denk aan het Keltische kruis -  en andere mandala’s of heelbeelden.
Veel mystici gingen Jung voor in dit besef dat zelfkennis Godskennis is.
Ook in het evangelie van Thomas lees ik: ‘Als jullie jezelf kennen, zullen jullie ook gekend worden, en zullen jullie weten dat jullie zonen van de levende Vader zijn’ (logion 22). En: ‘Wie het Al denkt te kennen maar niet zichzelf, blijft volkomen in gebreke (logion 67).
Je Zelf aan het licht laten komen, dat is aan het licht komen als wie je wezenlijk bent: een kind van de Vader, een kind in wie ook die Vader, de Ene, het tijdloze mysterie voorbij alle vormen en namen, zichtbaar wordt. Maar je kan het ook de geboorte van de Christus in jou noemen.
De poëtische vertaling van logion 70 uit het Thomas-evangelie door de grote Vlaamse mystieke dichter en schrijver Erik van Ruysbeek luidt als volgt:

‘Laat in uw weten groeien
het weten van het wonder.
Het zal u redden.
Maar groeit in u
dit lichten niet.
die wond in u
zal u vernielen.’

Hein Stufkens

 

>